Skip to main content
Skip table of contents

Taaktemplates & eigenschappen

Algemene taakeigenschappen

Eigenschap

Beschrijving

ID

Unieke referentie voor deze taak.

Naam

Gebruiksvriendelijke naam voor deze taak. Weergegeven in de workflow editor.

Asynchronous before

Zie asynchroniciteit.

Asynchronous after

Zie asynchroniciteit.

Exclusive

Enkel beschikbaar wanneer Asynchronous before en/of Asynchronous after ingeschakeld zijn. Zie asynchroniciteit.

Element documentation

Volledige beschrijving van het element als de Naam van het element onvoldoende informatie geeft. Daarnaast kan hier alle informatie worden ingevoerd die kan bijdragen aan het begrip van het element en zijn functie binnen de workflow.

Gebruikerstaak eigenschappen

Gebruikerstaak - Algemeen

Eigenschap

Beschrijving

Element template

  • Formulier: de gebruiker moet een formulier invullen.

  • Communicatie: de gebruiker moet een e-mail of een document beoordelen en/of bewerken.

  • Bevestiging: de gebruiker moet via een popup bevestigen dat het proces verdergaat.

Als je een optie selecteert, worden andere eigenschappen zichtbaar die ook ingevuld moeten worden. Zie de tabellen hieronder voor een gedetailleerd overzicht.

Rollen of
Candidate groups

De taak kan alleen worden toegewezen aan gebruikers met de geselecteerde rol. Als deze niet is ingevuld, kan de taak worden toegewezen aan elke gebruiker in het systeem. Zie Gebruikerstaken toewijzen voor meer informatie.

Uitvoerder of Assignee

Vul een SUB van een gebruiker (rechtstreeks of via een procesvariabele) in als je de taak aan een specifieke gebruiker wilt toewijzen. Als beide zijn ingevuld, heeft de eigenschap Uitvoerder voorrang op de eigenschap Rollen. Zie Gebruikerstaken toewijzen voor meer informatie.

Candidate users

Zie tabblad Geavanceerd. Lijst van gebruikers die in aanmerking komen voor deze taak. De lijst wordt automatisch gegenereerd bij het uitvoeren van de workflow, op basis van de eigenschappen Uitvoerder of Rollen. Als configurator hoef je dit veld niet in te vullen.

Gebruikerslimiet

Maximum aantal taken (van dit specifieke element) dat kan toegewezen zijn aan een gebruiker op één bepaald moment. Zie Gebruikerstaken toewijzen voor meer informatie.

Opleveringsdatum (due date)

Datum waarop je verwacht dat de taak is voltooid. Dit kan een vaste datum zijn (bijv. 1 januari 2030), een berekende datum of datumexpressie (bijv. 10 dagen na de opstart van het dossier) of een periode of duurtijd (bijv. P14D: bij toewijzing krijgt de gebruiker 14 dagen om de taak te voltooien). De process engine houdt rekening met de opleveringsdatum om de prioriteit van de gebruikerstaken te bepalen. De opleveringsdatum wordt ook gevisualiseerd in de backoffice takenlijst. Standaard worden taken daar gesorteerd volgens opleveringsdatum waarbij taken met de oudste opleveringsdatum (hoogste prioriteit) bovenaan komen te staan.

Urgentiedatum (follow-up date)

Datum vanaf wanneer een taak als urgent wordt aangeduid in de backoffice takenlijst. Typisch zal deze datum vóór de opleveringsdatum liggen.

Optioneel

Een gebruikerstaak kan aangeduid worden als optioneel. Momenteel gebeurt dit door toevoeging van de input parameter isOptional: true.

Op de frontoffice dossierpagina komt deze taak dan onder de hoofding ‘Optionele dossieracties’ te staan.

In het backoffice dashboard is deze taak beschikbaar onder de ‘Acties’-knop.

Gebruikerstaak - Formulier (template)

Eigenschap

Beschrijving

Formuliernaam

Selecteer een formulierdefinitie uit de keuzelijst. Het is ook mogelijk om een nieuw formulier aan te maken door op de knop + Voeg formulier toe te klikken.

Standaard contextformulier

Formulier dat standaard als context getoond wordt (enkel in de backoffice). De backoffice medewerker ziet dan rechts het formulier dat hij of zij moet in vullen, terwijl links het geselecteerde contextformulier gevisualiseerd wordt. Dit is handig als de backoffice medewerker bij het vervullen van zijn formuliertaak (bijvoorbeeld aanvraag goedkeuren) input uit een ander formulier (bijvoorbeeld de aanvraag zelf) kan gebruiken. Indien deze parameter ingevuld is, kan de gebruiker ook alle andere formulieren en bijlages waarop hij leesrecht heeft, openen in context. Klik hier voor meer info over de backoffice beleving van een formuliertaak.

Form scope

Standaard staat dit ingesteld op Dossier. Andere opties zijn Proces of Task.

  • Dossier: er kan slechts één formulier van deze formuliertemplate aangemaakt worden binnen de scope van het dossier. Het is wel mogelijk om meerdere versies van hetzelfde formulier op te slaan.

  • Proces: er kan slechts één formulier van deze formuliertemplate aangemaakt worden binnen de scope van het proces. Als het proces meerdere keren herhaald wordt binnen het dossier kan je dus wel verschillende formulierinstanties (elk met eigen versionering) hebben.

  • Task: er kan slechts één formulier van deze formuliertemplate aangemaakt worden binnen de scope van de taak. Als de taak meerdere keren herhaald wordt binnen het proces kan je dus wel verschillende formulierinstanties (elk met eigen versionering) hebben.

Make form read-only after submitting

Standaard staat dit ingevuld op true. Dit betekent dat het formulier niet meer kan aangepast worden binnen dezelfde versie. Er kan wel nog een nieuwe versie van het formulier aangemaakt worden. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat je als backoffice gebruiker geen contextbestanden meer kan toevoegen op die versie.

Label indienknop

Tekst die verschijnt op de indienknop van het formulier. Maak de tekst zo kort, beschrijvend en gebruiksvriendelijk mogelijk (bijvoorbeeld ‘indienen’, ‘bevestigen’, ‘bestellen’).

Formulier resultaatvariable

Definieer een procesvariabele waarbinnen de volledige inhoud van het dossier beschikbaar wordt gesteld. Voorbeeld: als het formulier drie velden bevat zoals Naam, Voornaam en Leeftijd, dan worden deze binnen de workflow aanspreekbaar als ${naamResultaatvariabele.naam}, ${naamResultaatvariabele.voornaam} en ${naamResultaatvariabele.leeftijd}.

Is deze taak annuleerbaar?

Standaard staat dit ingevuld op false. Indien true, dan krijgt de gebruiker de kans om de taak te annuleren.

Opgelet: deze annulatiefunctie is enkel van toepassing binnen de context van de frontoffice. Typisch wordt dit toegepast op de eerste taak binnen de flow (invullen van het aanvraagformulier). Als de gebruiker zich bedenkt en toch geen aanvraag wil indienen, kan hij annuleren en wordt het aangemaakte dossier ook niet gevisualiseerd, noch in de backoffice, noch in de frontoffice.

Gebruikerstaak - Communicatie (template)

Eigenschap

Beschrijving

Communication template key

Selecteer een communicatietemplate uit de dropdown lijst of vul de juiste key in.

Communication scope

Standaard staat dit ingesteld op Dossier. Andere opties zijn Proces of Task.

  • Dossier: er kan slechts één communicatie van deze template aangemaakt worden binnen de scope van het dossier. Het is wel mogelijk om meerdere versies van dezelfde communicatie op te slaan.

  • Proces: er kan slechts één communicatie van deze template aangemaakt worden binnen de scope van het proces. Als het proces meerdere keren herhaald wordt binnen het dossier kan je dus wel verschillende communicaties (elk met eigen versionering) hebben.

  • Task: er kan slechts één communicatie van deze template aangemaakt worden binnen de scope van de taak. Als de taak meerdere keren herhaald wordt binnen het proces kan je dus wel verschillende communicaties (elk met eigen versionering) hebben.

Read-only

Boolean (ja of nee). Uitgeschakeld houden als je wil dat de gebruiker bewerkingen kan uitvoeren. Inschakelen als je niet wil dat de gebruiker bewerkingen uitvoert.

Label indienknop

Tekst die verschijnt op de indienknop van de communicatietaak. Maak de tekst zo kort, beschrijvend en gebruiksvriendelijk mogelijk.

Gebruikerstaak - Bevestiging (template)

Eigenschap

Beschrijving

Popup bijkomende tekst

Heldere en gebruiksvriendelijke tekst die wordt weergegeven in de popup voor bevestiging.

Hier wordt het veld ‘Element documentation’ voor gebruikt.

Select (enkel bij selectietaak, zie bulktaken)

Voeg een input parameter toe onder het tabblad Geavanceerd > Input/Output en configureer als volgt:

  • Name: select

  • Type: string or expression

  • Value: ${zoekDefinitie1} (key van de zoekdefinitie)

Dit zorgt ervoor dat de bevestigingstaak gevisualiseerd wordt als een selectietaak waarbij de selectielijst bepaald wordt door de aangeboden zoekdefinitie.

Servicetaak templates

In Studio kan je een specifieke template voor je servicetaak selecteren. Zie ook de Element template eigenschap. Je krijgt de keuze uit meerdere services en functies die zijn ingebouwd in het Skryv platform (bijvoorbeeld connecteren met authentieke overheidsbronnen). Als je een optie selecteert, worden andere eigenschappen zichtbaar die je ook moet invullen. Zie de tabellen hieronder voor een gedetailleerd overzicht.

Standaard dossieractie

Anonimiseer dossier

Deze servicetaak template voert de anonymisatiefunctie uit binnen de scope van het dossier.

Eigenschap

Beschrijving

Processen

Keys van de extra workflows die wil anonimiseren, d.w.z. verwijderen van de procesvariabelen.

Bijlage verwijderen

Het gaat om een ‘soft deletion’.

Eigenschap

Beschrijving

Bijlage Id

Id van de bijlage die je wil verwijderen. Deze kan je dynamisch ophalen via een specifieke Skryv-functie.

Bericht

Notitie met uitleg over de verwijdering.

Document toevoegen aan frontoffice

Je kan een bijlage, communicatie of formulier toevoegen aan de frontoffice downloadzone.

Eigenschap

Beschrijving

Documenttype

Selecteer het gewenste type document. Op basis van je selectie moeten specifieke eigenschappen worden ingevuld.

  • Formulier

  • Communicatie

  • Bijlage

Formuliernaam

Alleen als Formulier is geselecteerd in Documenttype. Selecteer een formulier uit de keuzelijst.

Communication template

Alleen als Communicatie is geselecteerd in Documenttype. Selecteer een communicatietemplate uit de vervolgkeuzelijst.

Nieuwe communicatie genereren

Alleen als Communicatie is geselecteerd in Documenttype. Selecteer een communicatietemplate uit de vervolgkeuzelijst.

Indien ingeschakeld, wordt een nieuwe versie van de communicatie gegenereerd alvorens deze in de FO komt (dus met up-to-date info). Indien niet ingeschakeld, wordt de reeds bestaande versie van de communicatie genomen (met het risico dat de info niet langer up-to-date is).

Opmerking 1: als er nog geen versie is, dan maakt het niet uit of de knop in- of uitgeschakeld staat. De service taak zal een eerste versie aanmaken en in de FO plaatsen.

Opmerking 2: in feite wordt er een link naar de communicatie gepubliceerd. Als je die aanklikt, kan je de communicatie als PDF renderen en downloaden. Sinds 27.0.X is er ook een nieuwe method beschikbaar die rechtstreeks een PDF in de download zone publiceert.

Type bijlage

Alleen als Bijlage is geselecteerd in Documenttype. Selecteer de bron van de bijlage uit de vervolgkeuzelijst.

  • Formulier: kies een formulier en selecteer dan het gewenste bijlageveld (veld waarin een gebruiker een bijlage kan uploaden).

  • Bijlage ID: selecteer hier de procesvariabele waarin je de ID hebt opgeslagen. Deze ID verwijst naar een externe bijlage. Bijvoorbeeld voor eSignFlow document kan dat ${signedAttachment.id} zijn.

Naam document

Naam van het document dat zichtbaar zal zijn in de frontoffice.

Bestandsnaam

Naam van het bestand als de gebruiker het downloadt vanuit de frontoffice. Je kunt ook een expressie definiëren die dynamisch de naam van het bestand samenstelt op basis van een aantal invoerparameters. Bouw je expressie rechtstreeks in het invoerveld of klik op het functionicon.png functie icoon om gebruik te maken van de ingebouwde expressiebouwer.

Dossier indienen

Gebruik deze template om van een concept dossier een ingediend dossier te maken. De functionaliteit conceptdossiers moet je inschakelen in de dossiertype instellingen.

Eigenschap

Beschrijving

Geen instellingen nodig.

Geen instellingen nodig.

Checken of het conceptdossier zichtbaar is in de BO-lijst.

Kopieer inloggevens naar formulier

Gebruik deze template om de gegevens van de ingelogde frontoffice gebruiker op te halen en weg te schrijven naar het aanvraagformulier. Op die manier hoeft de gebruiker zijn of haar gegevens niet meer zelf in te vullen. Onderstaande worfklow toont een typische configuratie. Het proces kan zowel vanuit de frontoffice als de backoffice opgestart worden. Bij opstart vanuit de backoffice geeft de dossierbehandelaar als eerste stap het rijksregisternummer van de burger in.

image-20250116-160936.png

Eigenschap

Beschrijving

Formulier key

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de inloggevens naartoe wil kopiëren.

Inloggegevens velden

Voor elke eigenschap kan je nu de mapping doen. Gebruik hiervoor de dropdown lijsten. Eigenschappen: voornaam, achternaam, rijksregisternummer, ondernemingsnummer, ondernemingsnaam, organisatiecode, organisatienaam, verenigingscode (V-code).

Maak een dossier snapshot

Meer info over het concept dossier snapshot.

Eigenschap

Beschrijving

Label

Ken een label toe aan de snapshot.

Zie ook services details voor de achterliggende expressie.

Maak een snapshot van een formulier

Meer info over het concept formulier snapshot.

Eigenschap

Beschrijving

Formuliernaam

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de inloggevens naartoe wil kopiëren.

Label

Ken een label toe aan de snapshot.

Zie ook services details voor de achterliggende expressie.

Trek toegang tot frontoffice in

Vanuit BPMN-configuratie kan je een burger, onderneming of vereniging op basis van ID een eerder verleende toegang tot een specifiek dossier in de frontoffice ontnemen. Binnen één en dezelfde service taak kan je dit voor meerdere burgers of entiteiten uitvoeren.

Eigenschap

Beschrijving

Type

Keuze tussen burger, onderneming of vereniging.

Rijksregister-nummer

Enkel bij keuze burger.

ID van de burger. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een functie.

Ondernemings-nummer

Enkel bij keuze ondernemingsnummer.

ID van de onderneming. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een expressie.

Verenigingscode (V-code)

Enkel bij keuze vereniging.

ID van de vereniging. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een expressie.

Verleen toegang tot frontoffice

Vanuit BPMN-configuratie kan je een burger, onderneming of vereniging op basis van ID toegang verlenen tot een specifiek dossier in de frontoffice. Binnen één en dezelfde service taak kan je meerdere burgers of entiteiten toegang verlenen.

Het dossier wordt opgestart vanuit de backoffice door een dossierbehandelaar. Op een bepaald moment binnen het proces moet een burger, onderneming of vereniging toegang krijgen. Indien onderneming of vereniging, dan is dat een groep frontoffice gebruikers die kunnen inloggen namens die onderneming of vereniging (zie ook de sectie over de teams-functionaliteit).

Eigenschap

Beschrijving

Type

Keuze tussen burger, onderneming of vereniging.

Rijksregister-nummer

Enkel bij keuze burger.

ID van de burger. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een functie.

Ondernemings-nummer

Enkel bij keuze ondernemingsnummer.

ID van de onderneming. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een expressie.

Verenigingscode (V-code)

Enkel bij keuze vereniging.

ID van de vereniging. Meestal dynamisch ingevuld op basis van een expressie.

Rollen

Enkel bij keuze burger.

Rol die die burger vervult binnen het proces.

Verzend mail

Gebruik deze template om automatisch e-mails en notificaties te versturen vanuit de applicatie. Deze spreekt de mailService aan binnen de applicatie. Deze wordt ondersteund door de AWS Simple Email Service connector.

Eigenschap

Beschrijving

Ontvangers

E-mailadres of komma-gesepareerde lijst van e-mailadressen. Meestal wordt via expressie dynamisch een e-mailadres opgehaald uit een formulierveld. Bouw de expressie via het functionicon.png functie icoon (expressiebouwer).

Onderwerp

Onderwerp van de e-mail.

Template

Selecteer een template voor de e-mail uit de lijst.

Bijlage naam

Naam van de bijlage (indien aanwezig). Voeg extensie .pdf toe aan de naam.

Communicatie id bijlage

Id van het document dat je als bijlage wilt versturen (indien aanwezig). De waarde wordt meestal aangeroepen vanuit een procesvariabele die is aangemaakt in een vorig taakelement.

Externe connector

Dosis - Verzend statusupdate

Deze template stuurt een geconfigureerde dossierstatusstatus naar DOSIS. Klik hier voor meer uitleg over deze connector.

Eigenschap

Beschrijving

Agent identificatie

Verplicht veld. Rijksregisternummer, KBO-nummer of V-code van de betrokken partij. Standaardwaarde is het rijksregisternummerveld uit het login data formulier. ${skryv.dossierFromScope(execution).getDocumentByDefinitionKey("login_data").getField("rrn")}

Bij een onderneming wordt dit:

skryv.dossierFromScope(execution).getOrCreateDocumentByDefinitionKey("login_data").getField("ondernemingsnu
mmer")

Bij een vereniging wordt dit:

skryv.dossierFromScope(execution).getOrCreateDocumentByDefinitionKey("login_data").getField(“verenigingscode")

Agent toegangsrecht

Verplicht veld. Onder welke hoedanigheid heeft de betrokken partij toegang tot het dossier. Standaard is dit ‘Raadpleger’. Uit de dropdownlijst kan je ook eGovFlowGebruiker (specifiek voor ondernemingen om te koppelen met het ondernemingsloket) selecteren. Het is ook mogelijk een aangepast of applicatiespecifiek IDM-toegangsrecht op te geven.

IDPC-code

Verplicht veld. Toegangscode voor DOSIS. Deze moet specifiek aangevraagd zijn voor de betrokken dienstverlening.

Status Vlaamse fase

Verplicht veld. Mogelijke waardes: samenstelling, behandeling, beslissing, beroep, uitvoering, afgerond.

Status Vlaamse code

Verplicht veld. Mogelijke waardes: geïnitieerd, aangevraagd, ingediend, dossier onvolledig, dossier volledig, ontvankelijk, onontvankelijk, in behandeling, klaar voor beslissing, in wacht, beslist, goedgekeurd, stopgezet, stopzetting, geweigerd, klaar voor betaling, betaald, deels uitbetaald, uitgevoerd.

Status detailbeschrijving

Optionele, bijkomende beschrijving voor de status.

Status actie

Indien actie vereist is van de burger, de onderneming of de vereniging, dan kan je deze hier beschrijven.

Dossiernaam

Verplicht veld. De naam van de dienstverlening (dossiertype).

Contact naam

Naam contactpersoon overheidsdienst

Contact dienst

Betrokken overheidsdienst

Contact telefoon

Telefoonnummer overheidsdienst

Contact e-mail

E-mail overheidsdienst of contactpersoon overheidsdienst

Contact website

Website overheidsdienst.

Plaats steeds http:// of https:// voor de url, anders zal DOSIS dit niet aanvaarden.

Best practices:

  • De statusupdate is slechts informatief bedoeld en mag niet blokkerend zijn voor je proces. Zorg er dus voor dat de service taak met DOSIS template op een zijtak van je proces is geconfigureerd.

  • De statusupdate functie stuurt potentieel twee verschillende BPMN-errors terug: eentje voor 4XX-fouten (client-side fouten) en eentje voor 5XX-fouten (netwerk of server-side fouten). Deze kan je opvangen via BPMN-error boundary events.

    • 4XX-fouten: BPMN-errro code + code variabele dosis-client-error.

    • 5XX-fouten: BPMN-error code + code variabele dosis-server-error.

Indien je deze BPMN-errors niet opvangt, dan moet je verplicht volgende Camunda workflow eigenschap instellen: skryv.camunda.enableExceptionsAfterUnhandledBpmnError=true. Zoniet leidt dit tot ongewenst gedrag binnen het dossier.

Gipod - Bevestig evenement

Deze bevestigt een eerder geregistreerd evenement bij GIPOD op basis van de ID zoals die gekend is bij GIPOD zelf.

Eigenschap

Beschrijving

GIPOD evenement Id

Verplicht veld. Procesvariabele waarin de GIPOD evenement ID opgeslagen zit. Deze ID wordt geretourneerd door de ‘GIPOD - Registreer evenement’ functie.

Gipod - Register public domain occupation

Check bij GIPOD of er al een inname publiek domein voor de opgegeven parameters bestaat. Indien ja, dan is er sprake van een conflict dat vervolgens weggeschreven wordt naar de resultaatvariabele.

Eigenschap

Beschrijving

Formulierkey

Verplicht veld. Selecteer het formulier waaruit je de info voor de GIPOD check wil ophalen.

Kaart pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de kaart component.

Startdatum pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de startdatum.

Einddatum pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de einddatum.

Resultaatvariabele

Verplicht veld. Naam van de procesvariabele waarin het GIPOD conflict moet worden opgeslagen.

Gipod - Registreer evenement

Registreer bij GIPOD een inname publiek domein op basis van de opgegeven informatie.

Eigenschap

Beschrijving

Formulierkey

Verplicht veld. Selecteer het formulier waaruit je de info voor de GIPOD registratie wil ophalen.

Kaart pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de kaart component.

Startdatum pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de startdatum.

Einddatum pad

Verplicht veld. Selecteer uit het formulier het veld met de einddatum.

Resultaatvariabele

Verplicht veld. Naam van de procesvariabele waarin het GIPOD conflict moet worden opgeslagen.

Gipod - Verwijder evenement

Deze verwijdert een eerder geregistreerd evenement bij GIPOD op basis van de ID zoals die gekend is bij GIPOD zelf.

Eigenschap

Beschrijving

GIPOD evenement Id

Verplicht veld. Procesvariabele waarin de GIPOD evenement ID opgeslagen zit. Deze ID wordt geretourneerd door de ‘GIPOD - Registreer evenement’ functie.

Magda - documentendienst - controleer of eBox actief is voor burger

Check via MAGDA Document service of een burger zijn of haar eBox actief gezet heeft.

Eigenschap

Beschrijving

Rijksregister-nummer

Verplicht veld. Rijksregisternummer van de burger voor wie je de check wil uitvoeren. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Het resultaat is de procesvariabele checkEboxActiveCitizen die true dan wel false kan zijn.

Magda - documentendienst - controleer of eBox actief is voor onderneming

Check via MAGDA Document service of een onderneming zijn eBox actief gezet heeft.

Eigenschap

Beschrijving

Ondernemings-nummer

Verplicht veld. Ondernemingsnummer van de onderneming waarvoor je de check wil uitvoeren. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Het resultaat is de procesvariabele checkEboxActiveCompany die true dan wel false kan zijn.

Magda - documentendienst - haal verzendstatus op voor eBox

Check via MAGDA Document service of de burger of onderneming het document via eBox heeft geopend.

Eigenschap

Beschrijving

MessageId

Verplicht veld. ID van het document verstuurd via eBox. Deze ID wordt geretourneerd vanuit de service taak ‘Verstuur documenten’. Typisch verwijs je naar de procesvariabele mdsPublishMessage.eboxMessageId.

eBox Type

Verplicht veld: Burger of Onderneming.

Rijksregister-nummer

Enkel indien eBox Type Burger.

Verplicht veld. Rijksregisternummer van de burger voor wie je de check wil uitvoeren. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Ondernemings-nummer

Enkel indien eBox Type Onderneming.

Verplicht veld. Ondernemingsnummer van de onderneming waarvoor je de check wil uitvoeren. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Het resultaat is de procesvariable eboxMessageStatus die true dan wel false kan zijn.

Magda - documentendienst - haal verzendstatus op voor papier

Check via MAGDA Document service of de burger of onderneming het document via de post heeft ontvangen.

Eigenschap

Beschrijving

MessageId

Verplicht veld. ID van het document verstuurd via de post. Deze ID wordt geretourneerd vanuit de service taak ‘Verstuur documenten’. Typisch verwijs je naar de procesvariabele mdsPublishMessage.paperMessageId.

Magda - documentendienst - verstuur documenten

Verstuur via MAGDA Document service documenten op naar een burger of onderneming. Dit kan digitaal via eBox, op papier via de post of een combinatie van beide. Deze template maakt gebruik van de services publishEboxMessage.

Eigenschap

Beschrijving

Verzendmethode

Keuze tussen volgende mogelijkheden:

  • Automatisch: document standaard afgeleverd in eBox. Indien ontvanger zijn of haar eBox niet heeft geactiveerd, gebeurt automatisch ook een verzending op papier.

  • eBox: document enkel afgeleverd in eBox. Doe dit enkel als je zeker weet dat er een actieve eBox is (zie ‘Controleer of eBox actief is voor burger’ of ‘Controleer of eBox actief is voor onderneming’)

  • Papier: document enkel afgeleverd op papier via de post.

  • Papier en eBox: document afgeleverd zowel via eBox als op papier via de post.

De geselecteerde verzendmethode bepaalt welke van onderstaande eigenschappen je verder moet invullen.

eBox (enkel indien eBox aangeduid als verzendmethode)

Onderwerp (Nederlands)

Onderwerp document zoals zichtbaar in eBox (maximum 320 karakters).

Onderwerp NL-variant.

Onderwerp (Frans)

Schuifknop Voeg Frans toe actief.

Onderwerp FR-variant.

Onderwerp (Duits)

Schuifknop Voeg Duits toe actief.

Onderwerp DE-variant.

Geldigheid

Indien ontvanger burger, keuze tussen:

  • 3 jaar (standaard)

  • Aangepast (bepaal zelf een datum)

Indien ontvanger onderneming, keuze tussen:

  • Zoals beslist tijdens de onboarding (enkel van toepassing voor applicaties van eGovFlow)

  • 6 maand

  • 2 jaar

  • Aangepast (bepaal zelf een datum)

Papier (enkel indien Papier aangeduid als mogelijke verzendmethode)

Aangetekende zending

Ja of nee via schuifknop.

Bedrukking

Keuze tussen dubbelzijdig (recto verso) of enkelzijdig.

Prioriteit

Aantal dagen tussen uitsturen opdracht en het ogenblik dat de brief bij de ontvanger in de bus valt. Keuze tussen:

  • Aflevering - 1 dag (prio)

  • Aflevering - 3 dagen

  • Aflevering - 4 dagen

Verzendadres

Gebruik de functieknop rechts om een expressie op te bouwen die verwijst naar een adresveld uit een formulier.

Retouradres opgeven

Ja of nee via schuifknop. Verplicht ja voor aangetekende zending.

Organisatie

Enkel indien retouradres ja.

Naam organisatie voor retouradres.

Straat, nr

Enkel indien retouradres ja.

Straat en huisnummer voor retouradres.

Postcode

Enkel indien retouradres ja.

Postcode voor retouradres.

Gemeente

Enkel indien retouradres ja.

Gemeente voor retouradres.

Wie is de ontvanger?

Type ontvanger

Keuze tussen burger of onderneming.

Rijksregister-nummer

Enkel indien burger als type ontvanger.

Rijksregisternummer van de burger naar wie je de documenten wil sturen. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Voornaam

Enkel indien burger als type ontvanger.

Voornaam van de burger.

Achternaam

Enkel indien burger als type ontvanger.

Achternaam van de burger.

Ondernemings-nummer

Ondernemingsnummer van de onderneming waaraan je de documenten wil sturen. Meestal dynamisch ingevuld via een expressie.

Ondernemings-naam

Enkel indien onderneming als type ontvanger.

Naam van de onderneming.

Ter attentie van - Rijksregister-nummer

Enkel indien eBox als verzendmethode en onderneming als type ontvanger.

Rijksregisternummer van de contactpersoon bij de onderneming.

Ter attentie van - Naam

Enkel indien eBox als verzendmethode en onderneming als type ontvanger.

Naam van de contactpersoon bij de onderneming.

Wat wil je sturen?

Documenten

Via de groene knop Voeg een document toe kan je tot maximaal 6 PDF-documenten selecteren. Samen mogen de bestanden 7 MB in beslag nemen. Er is enkel ondersteuning voor A4-formaat.

Voeg een document toe (dialoogvenster)

In het dialoogvenster kies je eerst en vooral een documenttype: Communicatie of Bijlage.

Communicatie

  • Selecteer communicatietemplate (of maak rechtstreeks een nieuwe template aan via + Maak een nieuw communicatiesjabloon aan).

  • Nieuwe communicatie genereren: indien ja, dan krijg je de communicatie met de laatste, meest up-to-date info, indien nee, dan krijg je de laatst gegenereerde versie van de communicatie.

  • Bestandsnaam: naam van het bestand zoals die zichtbaar zal zijn na download vanuit eBox.

Bijlage

  • Type bijlage: Formulier of Bijlage ID (bijvoorbeeld eSignFlow)

  • Enkel indien Bijlage ID (bijvoorbeeld eSignFlow), Bijlage ID: variabele met de ID van de bijlage die je wenst toe te voegen.

  • Enkel indien Formulier, Formuliernaam: selecteer het gewenste formulier uit de dropdown of maak rechtstreeks een nieuw formulier aan via de knop + Voeg nieuw formulier toe.

  • Enkel indien Formulier, Bijlage: selecteer bijlageveld. Indien er zich in het geselecteerde formulier geen bijlageveld bevindt, zal de selector uitgegrijsd zijn.

  • Bestandsnaam: naam van het bestand zoals die zichtbaar zal zijn na download vanuit eBox.

Check de template toevoegen aan frontoffice download zone voor meer info over de (gelijklopende) logica.

Het resultaat is de ID van de van het verstuurde document. Deze is beschikbaar onder de procesvariabele mdsPublishMessage, waarbij mdsPublishMessage.paperMessageId voor papier en mdsPublishMessage.eboxMessageId voor eBox.

Magda - geefOnderneming - haal ondernemingsgegevens op

Ondernemingsgegevens ophalen op basis van ondernemingsnummer.

Eigenschap

Beschrijving

Ondernemings-nummer

Ondernemingsnummer van de onderneming waarvoor je de gegevens wil opvragen bij Magda geefOnderneming. Deze kan je via een workflow expressie ophalen uit een formulierveld of procesvariabele.

Formulierkey

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de gegevens komende vanuit Magda geefOnderneming naartoe wil kopiëren.

Selecteer ondernemingsnaam veld

Mapping van de ontvangen eigenschap ondernemingsnaam op het gewenste formulierveld.

Kies adresveld

Mapping van de ontvangen eigenschap adres op het gewenste formulierveld.

Magda - geefPersoon - haal persoonsgegevens op

Persoonsgegevens over een burger ophalen op basis van een rijksregisternummer.

Eigenschap

Beschrijving

Rijksregister-nummer

Rijksregisternummer van de persoon voor wie je de gegevens wil opvragen bij Magda geefPersoon. Deze kan je via een workflow expressie ophalen uit een formulierveld of procesvariabele.

Formulier key

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de gegevens komende vanuit Magda geefPersoon naartoe wil kopiëren.

Magda GeefPersoon velden

Voor elke eigenschap kan je nu de mapping doen. Gebruik hiervoor de dropdown lijsten. Eigenschappen: voornaam, achternaam, adres (straat, huisnummer postcode, gemeente).

Microsoft SharePoint - upload bijlage naar SharePoint

Upload een bijlage naar een specifieke folder binnen een Microsoft SharePoint site. Voor meer info over de technische opzet, consulteer de Microsoft connector documentatie.

Eigenschap

Beschrijving

Bijlage ID

Verwijs via een expressie naar de ID van de bijlage die je wil uploaden naar de SharePoint site.

Externe maplocatie

Specifieer de maplocatie vanaf het ingestelde entrypoint (meer info in de connectordocumentatie). Format is ‘folder/subfolder’.

Bestandsnaam

Specifieer de naam van het bestand zoals die terechtkomt in de SharePoint folder.

Spotbooking - annuleer aanvraag

Aanvraag inname openbaar domein naar status ‘geannuleerd’ brengen in Spotbooking.

Eigenschap

Beschrijving

Formulier key

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de Spotbooking ID hebt opgeslagen.

Spotbooking id

Selecteer uit de dropdown het veld het veld waarin de Spotbooking ID zich bevindt.

Spotbooking - valideer aanvraag

Aanvraag inname openbaar domein naar status ‘te behandelen’ brengen in Spotbooking.

Eigenschap

Beschrijving

Formulier key

Selecteer uit de dropdown het formulier waar je de Spotbooking ID hebt opgeslagen.

Spotbooking id

Selecteer uit de dropdown het veld het veld waarin de Spotbooking ID zich bevindt.

Verenigingsbeheer - haal verenigingsgegevens op

Gegevens over een vereniging ophalen op basis van een verenigingscode bij Magda Verenigingsregister.

Eigenschap

Beschrijving

Verenigingscode (V-code)

van de persoon voor wie je de gegevens wil opvragen bij Magda geefPersoon. Deze kan je via een workflow expressie ophalen uit een formulierveld of procesvariabele.

IDPC-code

Haal via expressie de IDPC-code op uit een procesvariabele of een formulierveld.

Bij het uitvoeren van deze service taak template wordt binnen het dossier automatisch het formulier Verenigingsgegevens gegenereerd. Deze bevat alle uit het verenigingsregister opgehaalde info.

Expressie

Schrijf een expressie

Je kan een workflow expressie bouwen en laten uitvoeren. Kijk hier voor meer informatie en een overzicht van de syntax.

Eigenschap

Beschrijving

Expressie

Bouw je aangepaste expressie in JUEL.

Resultaatvariabele

Key van de procesvariabele waarin de resulterende waarde van de expressie wordt opgeslagen. Deze resultaatvariabele of procesvariabele kan later in de workflow worden aangeroepen via de expressie ${naamResultaatvariabele}.

Business rule decision task

Business decision rule task - Algemeen

Terug te vinden onder het tabblad Basis.

Eigenschap

Beschrijving

Naam beslissingstabel

Selecteer de beslissingstabel die je wil koppelen. Je kan er ook voor
kiezen om van hieruit een nieuwe beslissingstabel aan te maken via de knop + Nieuwe beslissingstabel.

Schrijf resultaten naar formulier

Activeer de schuifknop om de Skryv template te gebruiken. Indien niet actief, dan moet je de taak configureren in het tabblad Advanced volgens de instellingen opgelijst onder business decision rule task (zonder Skryv template).

Business decision rule task - Beslissing (met Skryv template)

Terug te vinden onder het tabblad Basis.

Eigenschap

Beschrijving

Resultaatformulier

Selecteer het formulier waarnaar je de outputwaardes van de beslissingstabel wil wegschrijven. Je kan er ook voor
kiezen om van hieruit een nieuw formulier aan te maken via de knop + Nieuw formulier.

Belangrijk: keys en datatypes van de formuliervelden moeten overeenkomen met die van de outputwaardes van de beslissingstabel.

Mapping datatypes:

  • String (DMN) mapt op tekst (formulier)

  • Integer, long of double (DMN) mapt op getal (formulier)

  • Boolean (DMN) mapt op ja/nee (formulier)

  • Date (DMN) mapt op tekst (formulier)

Belangrijk: als je de template gebruikt, mag je de parameters Result variable en Map decision result (tabblad advanced > general) niet aanpassen. Ook de via de template ingestelde listener (tabblad advanced > general) mag je niet verwijderen of aanpassen.

Business decision rule task (zonder Skryv template)

Terug te vinden onder het tabblad Geavanceerd.

Eigenschap

Beschrijving

Element template

Niet invullen (switcht automatisch naar waarde Decision als je de Schrijf resultaten naar formulier-schuifknop activeert)

Implementation

Instellen op DMN om deze taak te koppelen aan een beslissingstabel.

Decision Ref

Key van de beslissingstabel die je wilt koppelen. Deze wordt automatisch ingevuld op basis van de onder het tabblad Basis geselecteerde beslissingstabel.

Binding

Bepaalt welke versie van de beslissingstabel (DMN) wordt aangeroepen.

  • Latest: roept altijd de nieuwste versie van de DMN op.

  • Deployment: roept de DMN-versie aan die is uitgerold samen met de BPMN-procesversie van waaruit de DMN wordt aangeroepen.

  • Version: roept een specifieke versie van de DMN aan. Geef in dit geval de versie op.

  • Version tag: roept een specifieke versie van de DMN aan op basis van de version tag. Geef in dit geval de version tag op.

Tenant Id

Niet invullen

Result variable

Kies een naam voor de procesvariabele waarin je de output van de beslissingstabel (DMN) wilt opslaan.

Belangrijk: dit mag niet ‘decisionResult’ zijn, want dit is een door de engine gereserveerd keyword.

Map decision result

Structuur van de uitvoer in de Result variable.

  • Single entry (typed value), bijvoorbeeld “valueA”. Gebruik dit als er slechts één uitvoerkolom is en er slechts één waarde uit je DMN komt.

  • Single result (map <String,Object>), bijv. {“naam”:“John”,”leeftijd”:30}. Gebruik dit als er één of meerdere uitvoerkolommen zijn, maar per uitvoerkolom is er slechts één geselecteerde waarde mogelijk.

  • Collect entries (list <Object>), bijv. [“valueA”,“valueB”,“valueC”]. Gebruik dit als er één uitvoerkolom is. Meerdere geselecteerde waardes zijn mogelijk. Typisch gebruik je dit in combinatie met hit policy ‘Collect’ of ‘Rule order’.

  • Result list (list <Map<String,Object>>), bijv. [{“naam”:“John”,“leeftijd”:30},{“naam”:”Margeret”,”leeftijd”:25},{“naam”:”Charles”,”leeftijd:28}]. Gebruik dit als er één of meerdere uitvoerkolommen zijn. Per kolom zijn meerdere geselecteerde waardes mogelijk. Typisch gebruik je dit in combinatie met hit policy ‘Collect’ of ‘Rule order’.

Message send task

Eigenschap

Beschrijving

Implementation

Standaard vul je hier Expression in.

Expression

Hier voe je een expressie toe die de message aanmaakt en uitstuurt. Deze kan je aanmaken via de workflow expressiebouwer.

${runtimeService.createMessageCorrelation('jouwMessage').processInstanceBusinessKey(execution.processBusinessKey).correlate()}

De message met key ‘jouwMessage' kan nu opgevangen worden binnen de scope van dezelfde procesinstantie (bijvoorbeeld door een message receive task of een message catch event).

Message receive task

Eigenschap

Beschrijving

Global message referenced

Dit is de key van de message die moet opgevangen worden.

Bijvoorbeeld jouwMessage (zie message send task hierboven).

Global message name

Dit is de naam van de message die moet opgevangen worden.

Script task

Eigenschap

Beschrijving

Script format

JavaScript

Script Type

Inline script of external resource

Script

Vul hier het script zelf in.

Task markers

Parallel multi-instance

Enkel van toepassing als de task marker parallel multi-instance is ingeschakeld. Parallel betekent dat alle taakinstanties tegelijkertijd worden aangemaakt en ter beschikking gesteld.

Eigenschap

Beschrijving

Loop cardinality

Aantal taakinstanties die aangemaakt moeten worden. Vul hier een positieve integer value in (bijvoorbeeld 7) of een expressie die evalueert naar een positieve integer value (bijvoorbeeld ${totalNumberOfGuests - numberOfCancelledGuests}).

Gebruik ofwel loop cardinality, ofwel collection.

Collection

Als input parameter gedefinieerde lijst of lijst-map. Voor ieder item in de opgegeven collectie wordt een aparte taakinstantie aangemaakt.

Gebruik ofwel loop cardinality, ofwel collection.

Element variable

Gebruikt in combinatie met de Collection eigenschap. In elke taakinstantie wordt het actueel geselecteerd item binnen de collectie beschikbaar onder de variabele die je hier declareert.

Bijvoorbeeld, je lijst is ['Paul','Maria','Jozef'] en onder element variabele geef je naam op. Dan zal binnen de eerste taakinstantie de waarde ‘Paul’ beschikbaar zijn onder de variabele naam, binnen de tweede taakinstantie zal naam dan weer de waarde ‘Maria’ bevatten, enzovoort.

Completion condition

Standaard worden er zoveel taakinstanties aangemaakt als opgegeven onder loop cardinality, of als er zich items in de collectie bevinden. Het is echter mogelijk om aangemaakte taakinstanties vroegtijdig te verwijderen. Dit gebeurt via de completion condition.

Bijvoorbeeld, onderstaande conditie verwijdert alle nog openstaande taakinstanties van zodra 60% van alle taakinstanties afgewerkt zijn.

${nrOfCompletedInstances/nrOfInstances >= 0.6}

Zie proces > taakeigenschappen voor meer uitleg over de in de expressie gebruikte variabelen.

Multi instance asynchronous before

Bij geautomatiseerde taken (bijvoorbeeld servictaken) kan je ervoor kiezen om asynchroniciteit in te bouwen. Zie documentatie rond asynchroniciteit.

Opmerking: gebruikerstaken zorgen sowieso voor asynchroniciteit.

Multi instance asynchronous after

Bij geautomatiseerde taken (bijvoorbeeld servictaken) kan je ervoor kiezen om asynchroniciteit in te bouwen. Zie documentatie rond asynchroniciteit.

Opmerking: gebruikerstaken zorgen sowieso voor asynchroniciteit.

Voor extra info, check deze pagina in de Camunda 7 documentatie.

Sequential multi-instance

Enkel van toepassing als de task marker sequential multi-instance is ingeschakeld. Sequential betekent dat taakinstanties één na één aangemaakt en ter beschikking worden gesteld. De tweede taak kan er pas komen nadat de eerste is afgewerkt.

Voor alle eigenschappen: zie parallel multi-instance hierboven.

Voor extra info, check deze pagina in de Camunda 7 documentatie.

Loop

Niet ondersteund door de workflow engine.

Voor extra info, check deze pagina in de Camunda 7 documentatie.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.