Skip to main content
Skip table of contents

High-level BPMN-analyse

Start met een high-level BPMN diagram

Vooraleer je iteratief een uitvoerbare BPMN-workflow opstelt en test, is het een goed idee om eerst een high-level diagram uit te werken. Hierin zet je een ruwe schets van het proces, zonder dat je wakker hoeft te liggen van de details. Deze schets dient in de eerste plaats als basis om in overleg te treden met de business. Het voordeel van een high-level diagram is dat ze niet uitvoerbaar hoeft te zijn. Hierdoor ontstaat er meer expressievrijheid. Enkele voorbeelden.

Voorbeeld 1

Onderstaande manier van voorstellen is vooral van nut wanneer het proces een lage mate van interne, uitvoerbare logica vertoont (denk aan gateways, service taken met expressies of scripts, DMN business rules), maar hoofdzakelijk orchestrerend optreedt en zo interacties aangaat met verschillende services. Elke ‘service’ dient een specifiek doel en wordt voorgesteld als een aparte pool (container).

  • Frontoffice: webapplicatie waar een aanvrager (burger, onderneming of organisatie) de aan hem of haar toegewezen taken of acties kan uitvoeren.

  • Backoffice: webapplicatie waar een dossierbehandelaar de aan hem of haar toegewezen taken of acties kan uitvoeren.

  • Hoofdproces applicatie: orchestreert de dienstverlening volgens de opgegeven BPMN-definitie.

  • Mailservice: staat in voor het verzenden van e-mails en bijlagen.

  • MAGDA: service van de Vlaamse Overheid waar de applicatie bijkomende gegevens over de aanvrager kan ophalen.

  • Betalingsservice: staat in voor het uitvoeren van betalingen.

Voorbeeld 2

Collaboratiediagram waarbij voor elke taak een zender (bovenaan) en ontvanger (onderaan) gedefinieerd is. Net als het model in voorbeeld 1, expliciteert onderstaand model de interactie tussen de applicatie waarin de workflow uitgevoerd wordt enerzijds en externe participanten en services anderzijds. Deze manier van voorstellen laat evenwel meer interne logica toe (kijk bijvoorbeeld naar de gateway).

Voorbeeld 3

Procesvoorstelling met een pool (container) waarbij voor elke participant een aparte ‘swimming lane’ gedefinieerd is. Dit werkt vooral goed bij processen die in hoofdzaak bestaan uit taken verspreid over verschillende types gebruikers. Het is evenwel minder geschikt voor processen waarvan de activiteiten in hoge mate geautomatiseerd zijn.

Let erop dat alle activiteiten en participanten in de pool een coherent geheel vormen. Zo houden alle activiteiten verband met een verlofaanvraag en behoren de participanten tot één en dezelfde organisatie.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.