Communicatietemplates beheren
Vooraf
Onderstaande instructies kan je uitvoeren vanuit de Studio interface.
Communicatietemplate aanmaken
Start in Skryv Studio vanaf het overzicht van met communicatietemplates binnen het dossiertype. Klik op de knop + Voeg template toe. Het dialoogvenster Nieuwe template wordt geopend.
Selecteer het Type communicatietemplate: Document (PDF) of E-mail.
Vul een Naam in. Terwijl je de naam typt, wordt automatisch de Key ingevuld. Indien gewenst, kan je deze achteraf nog wijzigen.
Alleen als Document is geselecteerd. Stel marges in rond de communicatietemplate in millimeters.
Alleen als Document is geselecteerd. Schakel kop- en voettekst in (als een van deze twee is gepreconfigureerd).
Keys moeten uniek zijn binnen de scope van je applicatie (over dossiertypes heen).
Communicatietemplate bewerken
Start vanaf het overzicht van communicatietemplates binnen het dossiertype.
Klik links op de naam van de communicatietemplate die je wil bewerken. De editor voor communicatietemplates wordt geopend.
Als je werkt binnen online Studio worden alle bewerkingen automatisch opgeslagen. Je kunt heen en weer bewegen tussen je bewerkingen door middel van de iconen voor ongedaan maken en
opnieuw uitvoeren in de werkbalk.
Communicatietemplate eigenschappen bewerken
Start vanaf het overzicht met communicatietemplates binnen het dossiertype. Klik op het icoon Bewerken naast de communicatietemplate waarvan je de eigenschappen wil bewerken. Het dialoogvenster Bewerk template wordt geopend. Zie Communicatietemplate aanmaken (hoger) voor een overzicht van bewerkbare eigenschappen.
Communicatietemplate verwijderen
Binnen Studio is het niet mogelijk om een communicatietemplate te verwijderen. Dit moet in de git tool gebeuren.
Kop- en/of voettekst instellen
Start vanaf de het overzicht met communicatietemplates binnen het dossiertype. Klik op de knop
Kop- en voettekst . De editor Instellen kop- en/of voettekst wordt geopend.
Schakel tussen koptekst en voettekst door op de respectieve tabbladen in de screen header te klikken.
Kop- en/of voettekst instellen in de editor. De functies van de editor zijn identiek aan die van de editor voor communicatietemplates.
Koptekst en/of voettekst toevoegen aan document type
Zie de onderwerpen Bewerk communicatietemplate eigenschappen en Nieuwe communicatietemplate aanmaken hierboven. Merk op dat de kop- en voettekst niet gevisualiseerd wordt in de communicatietemplate. Ze wordt alleen toegevoegd aan daadwerkelijk gegenereerde documenten binnen de context van concrete dossiers.
Je kan geen kop- en voettekst toevoegen aan een e-mailtemplate.
Contentblok aanmaken
Start vanaf de het overzicht met communicatietemplates binnen het dossiertype. Selecteer de tab Content blocks. Je ziet nu een overzicht van reeds gedefinieerde contentblokken.
Klik op de knop + Voeg template toe. Je krijgt nu het dialoogvenster Nieuwe template te zien.
Onder Type selecteer je de Content block radio button.
Vul een Naam in. Terwijl je de naam typt, wordt automatisch de Key ingevuld. Indien gewenst, kan je deze achteraf nog wijzigen.
Contentblok toevoegen aan communicatietemplate
Een contentblok toevoegen gebeurt via een specifieke handlebar in de communicatie tempate editor.
Communicatietemplate integreren in workflow
Een communicatietemplate kan worden geïntegreerd in de workflow door middel van een gebruikerstaak of servicetaak. Als je wilt dat een menselijke gebruiker een communicatie leest of bewerkt, maak dan een gebruikerstaak aan. De use case hier is om een dossierbehandelaar extra tekst of informatie toe te laten voegen aan elke communicatie (d.w.z. gepersonaliseerde, dossier-specifieke context). Als je een communicatie wilt verzenden, er een PDF van wilt genereren of het beschikbaar wilt maken in de frontoffice, maak dan een servicetaak aan.
Gebruikerstaak
Selecteer in je workflow de taak en verander het type in
User task
. Ga de volgende keer naar het tabblad Basis van het eigenschappen panel van de taak. Zoek naar de eigenschap Element template
en selecteer Communicatie
. Vul vervolgens de relevante eigenschappen in met betrekking tot gebruikerstaak algemeen en gebruikerstaak communicatie.
Servicetaak
Selecteer in je workflow de taak en verander het type in
Service task
. Ga vervolgens naar het tabblad Basis van het eigenschappen panel van de taak. Zoek naar de eigenschap Element template
en selecteer de template die je nodig hebt. Als je een e-mail wilt verzenden, selecteer dan Verzend mail
. Als je een document beschikbaar wilt maken in de frontoffice, selecteer dan Document toevoegen aan frontoffice
. Vul vervolgens de relevante eigenschappen met betrekking tot die template in.
Communicatietemplate testen
Maak geen nieuw testdossier aan voor elke testiteratie van je communicatietemplate. Pas in plaats daarvan de volgende strategie toe.
Maak binnen je workflow een gebruikerstaak aan en koppel deze aan de communicatietemplate.
Ga naar de preview-omgeving van je applicatie.
Start een testdossier en duw het door de workflow tot het punt dat het de gebruikerstaak bereikt.
Open de gebruikerstaak. Evalueer hoe je communicatietemplate heeft gewerkt.
Bewerk de communicatietemplate in Studio.
Stuur je bijgewerkte communicatietemplate naar de preview-omgeving van je applicatie.
Ga terug naar de geopende gebruikerstaak. Genereer de communicatie opnieuw met de knop
opnieuw uitvoeren.
Evalueer je wijzigingen. Als het nog steeds niet OK is, herhaal dan vanaf stap 5.
Meer info over hoe dit specifieke gedrag tot stand komt, kan je terugvinden op de pagina over backwards compatibility.